Met een grote glimlach reed ik, vanuit de Randstad, twee jaar lang wekelijks naar Overijssel om met een nog grotere glimlach huiswaarts te keren. Want opnieuw had ik een dag achter de rug waarin ik zoveel had geleerd en zoveel lol had gehad.
Ik kan me moeilijk voorstellen dat er docenten zijn die enthousiaster en met meer kennis van zaken kunnen vertellen over eten en koken dan Rob Smink. Alles in die man ís eten en koken en dat is echt een feestje. Wat mij vooral aansprak was dat met name de theorie verder ging dan de vereiste lesstof. Harold McGee’s Over eten & kokenwerd regelmatig aangehaald en dat geeft de kooklessen een extra dimensie. Die bavarois, die mislukt je maar één keer. Mayonaise in de schift, dat overkomt je maar één keer. Een blinde bouillon, idem. Daar zorgt Rob wel, want hij is in staat over te brengen waaróm het gebeurt. Die wetenschappelijke benadering van koken sprak mij zeer aan.
Twee jaar lang hamerde Rob op techniek, techniek, techniek. In het begin vond ik het nog wel eens wat overdreven: “kom, kom, zo moeilijk kan dat koken niet zijn”, maar nu begrijp ik waarom. Koken is helemaal niet zo ingewikkeld, als je die kooktechnieken maar kent, leert beheersen en op het juiste moment weet toe te passen. Dat is de truc. In de gevarieerde praktijklessen stond techniek voorop. Alle menu’s bestaan uit zoveel mogelijk verschillende bereidingstechnieken en dat maakt de lessen zeer leerzaam.
Het niveau bij Smink Culinair is hoog. Vrijwel alle cursisten zijn gedreven en serieus en niemand wil voor elkaar onder doen. Dat motiveert en is bovendien erg leuk. Van Rob heb ik behalve leren koken ook op een andere manier naar voedsel en voedselbereiding leren kijken. Die waardevolle bagage draag ik de rest van mijn leven mee. Ik had mezelf geen groter cadeau kunnen geven.